Borstbesparende chirurgie - Transplantatie van weefsel van de flank

Dikwijls bestaat er op de flank, ter hoogte van de borst, enig huid- en vetoverschot. Dit weefsel wordt bevloeid door bloedvaten, genaamd de “intercostale perforanten” (fig. 1). Analoog aan de thoracodorsal artery perforator (TDAP) flap, kan een ellipsvormig huideiland gesteeld op deze vaten vrijgelegd worden ter hoogte van de flank, wat resulteert in de lateral intercostal artery perforator (LICAP) flap. Het weefsel wordt vervolgens naar de borst toe gedraaid zonder dat de doorbloeding wordt onderbroken. Er is dus geen microchirurgie nodig om het borstdefect te herstellen.


Deze LICAP flap laat een horizontaal litteken na op de flank en zijdelings op de rug. Aangezien dit litteken volledig verborgen kan worden onder de BH en de arm, is het dikwijls zeer onopvallend. Verder zijn de voor- en nadelen van deze flap gelijkaardig aan deze van de TDAP flap. Uiteraard komen enkel die patiënten die voldoende weefsel beschikbaar hebben ter hoogte van de flank in aanmerking voor deze techniek. Bovendien kunnen enkel kleine defecten aan de onder- en buitenzijde van de borst opgevuld worden.

Fig. 1: de LICAP flap: de laterale intercostaal perforanten liggen op één lijn onder de oksel (rode kruisen). Aan de hand van één of twee bloedvaten wordt een eiland van huid en vet ter hoogte van de flank en/of rug gecreëerd. Om het borstdefect op te vullen wordt de flap naar voren verplaatst door de voedende bloedvaten 180° rond te draaien.

Fig. 2a Fig. 2b Fig. 2c

Fig. 2: (a) Preoperatieve beelden van een patiënte met een indeuking en een verminderd volume ter hoogte van de rechterborst. (b,c) Postoperatieve afbeelding na reconstructie door middel van een LICAP flap afkomstig van de rechter flank. De vorm en het volume van de borst zijn hersteld, met het nalaten van een horizontaal litteken ter hoogte van de BH-lijn.