Adjuvante immuuntherapie

updated 6-2020
 
 
 
 

 HER2-gerichte therapie

Ongeveer 20% van de patiënten met borstkanker heeft HER2-positieve ziekte. HER2 is een eiwit dat tot expressie gebracht wordt op het celmembraan. Bij patiënten met HER2-positieve borstkanker wordt er veel meer HER2 tot expressie gebracht dan gebruikelijk. Dit zorgt ervoor dat de kankercellen snel groeien en delen. HER2-positieve borstkanker is dan ook geassocieerd met een agressief verloop en een slechtere prognose bij patiënten die geen (neo-)adjuvante behandeling krijgen. Dit maakt dat patiënten met HER2-positieve borstkanker bijna steeds behandeld worden met chemotherapie in combinatie met HER2-gerichte therapie (wat de prognose aanzienlijk verbetert).

Trastuzumab (Herceptine®) is een monoclonaal antilichaam gericht tegen HER2. Bij HER2-positieve borstkanker wordt het vaak geassocieerd aan de behandeling met chemotherapie. Het wordt eens in de 3 weken subcutaan toegediend voor een totale behandelingsduur van 1 jaar. Meestal wordt het uitstekend verdragen. De belangrijkste bijwerking is een daling in de pompfunctie van het hart. Meestal is dit asymptomatisch en zien we een spontaan herstel mits het onderbreken van de behandeling.

Pertuzumab (Perjeta®) is een ander monoclonaal antilichaam gericht tegen HER2. Het kan geassocieerd worden aan de behandeling met trastuzumab bij patiënten waarbij er ook kankercellen in de okselklieren teruggevonden worden.

Trastuzumab-Emtansine (Kadcyla®) is een derde product. Het is een ‘antibody drug conjugate’. Dit betekent dat het een antilichaam is (in dit geval Trastuzumab) welke verbonden is aan een bepaald soort chemotherapie (in dit geval Emtansine). Momenteel wordt het gebruikt bij vrouwen bij wie na neo-adjuvante behandeling (chemotherapie met trastuzumab en al dan niet pertuzumab) nog tumorcellen worden teruggevonden bij de operatie. Trastuzumab-Emtansine wordt eens in de drie weken intraveneus toegediend, meestal voor 14x in totaal. Het wordt vaak goed verdragen. De meest voorkomende bijwerkingen zijn een daling van de bloedplaatjes, een stijging van de leverwaarden in het bloed, tintelingen in vingers en tenen, vermoeidheid en gastro-intestinale ongemakken.